Nog 1 weekje!

De laatste fase van mijn avontuur komt in zicht. Nog een weekje en dan ben ik alweer terug in Nederland. Dan kan ik eindelijk mijn familie, jaarclub, huisgenoten, bestuursleden, voetbalvrienden, Stretchers, Paradoksleden en vele andere mensen weer ontmoeten. Maar natuurlijk wil ik ook heel graag Miriam weer zien. Ik merk wel goed dat je toch al die mensen om je heen begint te missen, vooral aan het eind van mijn stage. Gelukkig kan je tegenwoordig mailen, skypen en chatten met Jan en Alleman, zodoende krijg je nog wel wat mee van het thuisfront.

Toch vind ik het ook wel jammer om IJsland te verlaten. Het is hier zo mooi! Ik probeer jullie te laten merken hoe mooi de natuur hier is, maar dat is erg moeilijk met enkel foto's en verhalen. De beste manier om er achter te komen in door ooit een keer hier heen te gaan. Het landschap kent heel veel facetten en is nog steeds in ontwikkeling. Elke dag is er kans op een vulkaan uitbarsting en zijn er gemiddeld 80 kleine aardbevingen per dag. 1 keer heb ik mijn werkplek voelen wiebelen, dat was waarschijnlijk ook een kleine aardbeving. Dit soort dingen dragen bij aan een magisch sfeertjehier in IJsland.

Dit is een klein bruggetje naar de fietstocht die Roosmarijn en ik vorig weekend ondernomen. Eerst was het plan om Halloween te gaan vieren in het centrum, maar omdat het zo mooi weer was hadden we besloten om de mountainbike te pakken en gewoon maar ergens heen te fietsen. Het plan was om richting de 'Blue Lagoon' te fietsen, maar omdat we onderweg zoveel bijzondere dingen tegenkwamen hebben we de Blue Lagoon nooit bereikt.

We begonnen vroeg (ook een reden dat we geen Halloween gingen vieren). De zon kwam net op en zorgde al gelijk voor mooie foto's. Met heldere nacht wil het ook goed vriezen, dus de wegen waren erg glad. Dat zorgde al gelijk voor een aantal uitglijders, maar niets ernstigs gelukkig. Nadat weeen paar keer waren verdwaald, hadden we eindelijk de zuidkant van Reykjavik bereikt. Al snel roken we avontuur!

Nou ja, geen avontuur, maar wel rotte vis! Deze lucht was wel heel smerig en maakte het ook wel vervelend om goed te ademen. Even snel een foto maken en weer verder. Iets verderop kwamen we toevallig bij een vallei dat vol lag met lege patronen. Blijkbaar gaan mensen daar naartoe om hun geweren uit te testen. Toen wij er waren was er niemand meer, maar vlak ervoor hoorden we wel af en toe wat geknal in de omgeving.

De schietbaan lag op de route naar Bláfjoll (blauwe berg). Bij Bláfjöll was een groot wintersport gebied aangelegd, maar helaas was het nog sneeuw vrij toen wij er aankwamen. Ga ik toch te vroeg terug... Nou ja, we hebben wel even de kaart van het gebied bestudeerd (vol met kogelgaten, hoe zou dat nou kunnen?) en zagen ongeveer 100 km aan piste! Best wel wat dus.

Op de weg terug hebben we ook nog een steenafgraving onveilig gemaakt en ook nog een erg vreemd lantaarnparadijs gevonden. Bij de afgraving hebben we geprobeert de graafmachines aan de praat te krijgen, maar dat was niet mogelijk (zonder sleutel). Het lantaarnparadijs is denk ik een van de vele overblijfsels van de economische crisis.

Uiteindelijk nog wat koffie gedronken in de Viking Village, wat overigens ook behoorlijk uitgestorven was. Daarna werd het alweer donker (tegenwoordig begint het om 4 uur al te schemeren) dus werd het tijd om naar huis te gaan. Moe maar voldaan konden we terug kijken op een leuke dag!

Verder ben ik ook nog terecht gekomen in een auto ongeluk. Na een vroeg afscheidsdiner kreeg ik een lift terug naar mijn appartement. Omdat we Engels aan het praten waren, merkte onze bestuurster niet dat het stoplicht op rood stond. Die was dus gewoon doorgereden!! Een seconde later werden we geraakt door een andere auto die onze auto goed reduceerde tot schroot, zoals de foto ook een beetje laat zien. Gelukkig was er niemand gewond, maar de schrik zat er wel goed in.

Met politie en takelwagen werd het al een stuk makkelijker om van het kruispunt te komen. Twee auto's in het midden van het kruispunt zorgde al snel (binnen 5 seconden na de crash) voor een enorme chaos. Dit kwam ook door het feit dat het een van de drukste kruispunten van IJsland was. Maar de takelwagen die een complete uitrit blokkeerde maakte het wel compleet!

Nu begin ik aan mijn laatste week bij Ossur. Ik heb hier een erg mooie, avontuurlijke en leerzame tijd meegemaakt! Ik heb wel het gevoel dat mijn werk wordt gewaardeerd en dat is wel belangrijk. Zaterdag vertrekt mijn vliegtuig om 7:50 uuren ik kom aan op Schiphol om 11:50 uur. Dan ga ik eerst een paar dagen bij Miriam en mijn ouders zitten, waarna ik mijn kamer weer kan betrekken die Myrthe de afgelopen maanden van me had gebruikt. Daarna begint het Hollandse leven weer denk ik, ik ben benieuwd wat er allemaal is veranderd!

Iedereen nog bedankt voor het lezen van al mijn verhalen. Het heeft me wel gemotiveerd om lekker door te schrijven!

Tot snel!

Aurora's, ijswater, vuur en Nederlanders

Ik heb een aurora gezien! Gisteravond!

Laughing
Hij was niet zo heel goed te zien, omdat ik middenin Reykjavik stond, maar je zag hem wel. Hij zweefde een beetje boven de bergen in het noorden van Reykjavik. Ik had nog nooit zoiets gezien, dus ik was erg blij om hem te zien. Helaas voor jullie zijn de foto's niet goed gelukt. De aurora was te zwak om hem op de gevoelige plaat vast te leggen.

Het zag eruit alsof het een lange sliert wolken was, die langzaam heen en weer dobberden. Maar de 'wolken' verdwenen soms, en soms kwamen ze weer tevoorschijn. Erg leuk om te zien! Het gehele verschijnsel duurde zo'n tien minuten, daarna verschenen ze niet meer. Ik heb de rest van de avond nog wel gekeken, maar heb ze niet meer gespot.

Vorige week zondag hadden David en ik het idee om hier in de zee te gaan zwemmen. Volgens de IJslanders hier MOET iedereen dat een keer gedaan hebben. Nou ja, als het moet, dan moet het, dus zondag middag zijn we richting het strand van Reykjavik gegaan, via het centrum natuurlijk zodat we na het zwemmen zo snel mogelijk weer naar huis konden om te douchen enzo.

In het centrum van Reykjavik zagen we een hoop rook komen uit de 'hoofdstraat'. Een huis stond in brand en de brandweer was net gearriveerd. Wij hadden nog nooit de brandweer een brand zien blussen, dus gingen we maar even kijken. Voor mijn gevoel deden ze er een beetje langzaam over, want pas 10 minuten nadat ze met 4 wagen waren gearriveerd begonnen ze met blussen. Nou ja, misschien moesten ze eerst mensen in veiligheid brengen.

Na de brand zijn we dan uiteindelijk toch naar het strand gegaan. Geen excuses meer. Ze hadden ons verteld dat het een 'termal beach' zou zijn, maar daar was dus niets van waar. Het seizoen was afgelopen en ze hadden alle warm water leidingen weggehaald.

Nou ja, we waren er toch, dus snel erin en eruit. Eerst zou David in het water van 5-6 graden rennen en ik foto's van hem maken, en daarna andersom. Toen het waten tot halverwege de bovenbenen van David was gekomen, vond hij het wel genoeg. Kan ik me ook wel voorstellen, want hij zag er helemaal wit uit toen hij het water uit rende. Tijd om op te warmen..

Daarna was het mijn beurt. Als een visje op het droge rende ik het water in. Op dat moment besefte ik me dat David zich niet aanstelde. Ik voelde niets meer in mijn benen. Na een paar rondjes te hebben gelopen besloot ik om er weer uit te gaan. Eenmaal op het strand besloot ik om nog maar een keer het water in te gaan, want je moet toch een keer hier hebben gezwommen. En ik was er toch!

Bij de tweede poging was ik al geacclimatiseerd, dus het water voelde niet meer zo koud (Het zou ook kunnen dat ik niets meer voelde in mijn benen). Ik dook dus onder water, want dan ben je er tenminste 'doorheen'. Nou dat heb ik geweten. Mijn hart stopte ermee voor mijn gevoel en ik had een soort paniek aanval. Snel dus er weer uitgegaan. Het is een soort overlevingsinstinct dat me vertelde dat ik niet zo verstandig bezig was.

Op het strand aangekomen vertelde David dat de foto was mislukt...

Balen dus. Moest ik nóg een keer het water in. Dit keer was ik immuun geworden tegen koud voor mijn gevoel. Sterker nog, het water leek warmer dan de lucht, aangezien de buitentemperatuur 2 graden was. Nu kon ik wel in het water blijven, dus ben ik een paar keer op en neer gezwommen.. Eindelijk.

Ook had het eind van de week een Hollands tintje. Op donderdag kwamen Thomas en Wendy op bezoek. Zij studeren ook BMT in Enschede en doen hun stage hier op de universiteit. Ik had al twee keer eerder met ze afgesproken en dat was altijd wel gezellig, zoals het nu ook was. Nasi eten en spelletjes doen was het devies. Daar houd ik altijd wel van!

Op vrijdag had ik afgesproken om mee te doen aan een Hollandse avond georganiseerd door 3 geneeskunde studenten van Maastricht. Zij hadden Hollanders en ook wat Duitsers uitgenodigd. Miriam kwam iemand tegen bij een borrel in Eindhoven en zo zijn we via-via met elkaar in contact gekomen. Gelukkig hielden ze daar ook al van spelletjes, dus al snel werd het namenspel ingezet, wat ze in Enschede ook wel kennen. Daarna gingen we nog de stad in en ons lekker Hollands gedragen. Erg leuk. Om half 5 was ik weer thuis..

En zaterdags had Lucas (ook uit Nederland) nog een housewarming. Hij heeft na zijn stage bij Ossur besloten om maar in IJsland te blijven. Eerst woonde hij ook heel lang in het appartement waar ik zit, maar nu woont hij dus samen met met zijn vriendin. Bij dit feestje zagen we dus de aurora waarmee het verhaal begon. Ik vind het nog steeds een bijzonder verschijnsel.

Volgend weekend ga ik misschien met mijn huisgenoten op reis. Maar dat is nog niet zeker. Mocht dat het geval zijn, dan vertel ik er meer over!

Update Stage (2)

Dit is weer een (korte) update over mijn stage. Er is namelijk nogal het een en ander gebeurd sinds ik ben begonnen. Dit keer zal ik proberen het verhaal niet zo lang maken, zodat je het nog een beetje kan behappen.

In de vorige update was ik net bezig een software pakket te schrijven om met behulp van een xsens-pak de hoeken van de knieen en/of heup te analyseren. Ondertussen is het programma al een tijdje af. Het was de eerste keer dat ik iets heb geprogrammeerd en ik ben er best trots op.

Het idee was om het zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken, aangezien ze hier niet zoveel snappen van het programma dat ik hiervoor gebruikt (MatLab). Een groter plaatje is trouwens hier te vinden. Ze waren er in ieder geval erg blij mee. De hoeken willen ze weten zodat ze een nieuw soort sensoren die ze hebben ontwikkeld kunnen ijken aan de hand van deze hoeken.

Daarnaast heb ik nog een zuurstofverbruik meting gedaan. Het idee is dat je met de hoeveelheid zuurstof die iemand opneemt kan zeggen hoeveel energie iemand verbruikt. Als je dan verschillende voeten test, kan je zeggen welke voet het minste energie kost. Aan mij was de taak om eens te kijken hoe zo een meting werkt en het eens testen.

Volgende week ga ik verder met een tweede test. Ik heb een aantal fouten gemaakt in de eerste test en nu ga ik het nog eens proberen, maar dan op een andere manier. Deze zuurstofverbruik metingen zijn een beetje de rode draad in mijn stage. Ik wil ook echt een goed protocol kunnen geven aan mijn collegae, zodat ze in de toekomst het ook kunnen gebruiken.

Ook is de huurhet testlab, waarvan je nu de foto wederombovenaan ziet, eind November afgelopen. Aan mij is daarom gevraagd om een nieuwe testruimte te vinden en ook in te richten!!! Dat houd in dat ik alles kan tekenen waarvan ik denk dat het wel in een testlab hoort, en zij kopen het dan. Naast de gebruikelijke instrumenten die je in een testlab verwacht, probeer ik ze natuurlijk ook bijvoorbeeld een Virtual Reality bril, een Nintendo Wii en een massage stoel te laten aanschaffen. Natuurlijk allemaal voor onderzoeksdoeleindes. Ik moest er eerst wel even omschakelen naar mijn architecteneigenschappen, maar nu zijn ze best tevreden met het resultaat. Mooi dus, kan ik binnenkort lekker spelletjes doen op de Wii !

Toen mijn Franse huisgenoot (David) in het appartement kwam wonen, heb ik hem al vrij snel ons Franse equivalent van de in Enschede bekende kreet: 'Broek uit op je hoofd!' geleerd. Dat is dus 'Pantalon sur la tête!'.

Tongue out
In de loop van tijd is deze kreet zijn eigen leven gaan leiden hier in huis, aangezien hij het zo grappig vond. Tegenwoordig eindigt elke conversatie wel met iets sur la tête, haha. Juist daarom wilde ik graag hem helpen bij zijn onderzoek bij Össur. Hij ontwikkelt dus die broek die de sensoren bevat die ik helemaal aan het begin heb beschreven. Samen met hem bespreek ik dus de meest optimale positie van die sensoren op de broek. Dan gaan we hem testen, om een zo betrouwbaar mogelijke sensor te maken. Het is in ieder geval een erg lachwekkend, vooral als je je lach moet inhouden als iemand anders meedoet aan de discussie.

Ook is hier de winter, herfst en zomer losgebarsten, in die volgorde. Het begon met een zachte sneeuwbui die zich er prima voor leende om een sneeuwballengevecht in te zetten en sneeuwpoppen te bouwen. Maar geleidelijk aan begon de sneeuw weg te waaien (is weer eens wat anders van smelten) door de storm die langzaam was begonnen. Deze heeft twee heftige momenten gekent, waarbij in Nederland windkracht 11 zou worden gegeven. Om een of andere manier is dat hier windkracht 9, dat begrijp ik niet zo goed.

Mensen waren opgespoord om trampolines binnen te zetten en kinderen binnen te houden in het zuiden van IJsland. Beide hadden namelijk kans om potentieel de lucht in te vliegen met deze wind !?! Dit heeft wel heel effectief alle troep en bladeren weggehaald uit Reykjavík, maar het was wel gevaarlijk. Zo ben ik afgelopen maandag weer naar voetbaltraining gegaan op de fiets. Het is een lang verhaal, maar heen deed ik er een kwartier over, maar terug bijna een uur! Ik was helemaal uitgeput van een zware wedstrijd, en de heuvel op met wind tegen is toch wel zwaar.

Gelukkig is nu de zomer wederom begonnen. 12 graden is wel lekker. Dit weekend gaan David en ik daarom hopelijk daarom zwemmen in de zee... Maar daarover later meer!

Kve?ja (Groetjes), Sten

Windersport

Ik ben nu ongeveer halverwege mijn stage. Ondertussen ben ik al geacclimatiseerd aan de IJslandse cultuur, klimaat maar ook aan mijn IJslandse stage. Mensen komen nu regelmatig langs mijn bureau om mijn (overigens uitmuntend) advies te vragen. De positie van een BMTer in het bedrijfsleven wordt mij wel duidelijk. De afdeling waar ik zit is heel goed in de ontwikkeling van protheses, maar ze hebben geen flauw idee hoe iemand zo een prothese zou moeten dragen. Het menselijk lichaam is uitstekend in staat om zichzelf aan te passen aan de omgeving. Een voorbeeld hiervan is als je pijnlijke voet hebt. Je gaat automatisch anders lopen om het zo gunstig mogelijk voor jezelf te maken als je een lange afstand moet lopen.

Bij Össur zijn ze er echter van overtuigd dat de voeten die ze ontwikkelen zo goed mogelijk de menselijke voeten moeten evenaren. Dat kan ik me ook goed voorstellen, vaak willen mensen (blijkbaar vooral vrouwen) liever niet dat men ziet dat ze kunstvoeten hebben. Mannen zijn vaker trots op hun kunstbenen en vinden het ook minder erg als mensen zien dat ze ‘gehandicapt' zijn. Voor hun geeft het een soort status heb ik het idee. Toch is het streven om menselijke voeten na te maken hier zodanig geëscaleerd dat ze de intuïtieve aanpassing van het lichaam negeren bij het proces. Als een voet 3 miljoen stappen kan zetten voordat die breekt is die ‘goed gekeurd'. De menselijke eigenschappen probeer ik ze op verschillende manier duidelijk te maken en het blijkt dat ze er wel naar luisteren maar nog niet echt begrijpen, waarschijnlijk doordat ze altijd al op hun eigen goede manier dingen aan het oplossen zijn.

Toen ik terug kwam van de vakantie Miriam en ik hebben ondernomen (daarover dadelijk veel meer) stonden ze dus als kleine kinderen voor de ballenbak te trappelen om mijn mening te horen. Vrijdag (morgen) ga ik namelijk experimenten doen met een zogenaamde zuurstofverbruikmeter om te kijken hoe efficiënt het menselijk lichaam met verschillende voetprotheses om kan gaan. Dat is iets dat blijkbaar nog nooit is gedaan door dit bedrijf (dat al meer dan 30 jaar oud is). Geen wonder dus dat ze wat BioMedische input willen hebben.

Nu ik weer aan het werk ben, heb ik het wel druk dus. Door de vakantie samen met Miriam heb ik een hoop achterstand gekregen. Gelukkig maar, dat maakte onze vakantie extra fijn. Want het was echt een leuke vakantie. We hebben een hoop gezien, gedaan en meegemaakt. Het begon al goed:

Miriam was vrijdag middag gearriveerd in IJsland. Via de pendelbus (het vliegveld ligt zo'n 80 km van Reykjavik vandaan) kwam ik haar eindelijk tegen op de busterminal. Ik moet zeggen dat het echt heel leuk was om haar blonde krullen uit de bus te zien stappen. Met de bedrijfsauto die ik had gepakt zijn we terug gegaan naar mijn appartement. Bij de supermarkt had ik een(achteraf gezien de eerste) creditcard probleem . Hij was namelijk uit mijn portemonnee verdwenen. Verbaasd heb ik al mijn spullen overhoop gehaald en ik had al bijna Nederland gebeld om mijn creditcard te blokkeren. Gelukkig was Miriam bij me en bedacht dat ik hem misschien bij de supermarkt heb laten liggen. Een korte wandeling later had ik hem gelukkig weer terug, ik was vergeten hem mee te nemen. Stom he.

De volgende dag kon ik, met een creditcard, een Suzuki Swift huren. Ik weet dat in Nederland deze auto een Non Grata status heeft gekregen sinds Koninginnedag, maar wij hadden de auto nodig om IJsland te verkennen. Vol goede moed reden we, via een paar mooie watervallen waar je achterlangs kon lopen, naar het zuiden van IJsland. Onderweg bezochten we nog, dankzij een tip van een collega, een zwembad die ‘in the middle of nowhere' was. Dit bleek het oudste zwembad van het land te zijn. Iemand had onder een warme rivier een muur gebouwd en daarin het warme water opgevangen. Erg bijzonder om hier in te zwemmen. Het was nog best groot en warm, dus wel aangenaam. In een harde storm met koude hagelstenen kwamen we aan in de regenachtigste plaats (Vík í Myrdal) van IJsland. Dit had als voordeel dat Miriam alvast een goede standaard kreeg qua weertype. Daarna zou theoretisch alles meevallen, maar ook dat werd overtroffen (daarover later meer).

Na een nacht slapen in een klein bedje in een slaapzak gingen we de berg beklimmen om eens goed de wind te voelen. De wind had besloten om het verlies van hagelstenen te composeren door maar een extra hard zn best te doen. Denk aan windkracht 8. Dapper als we waren, probeerden we zo dicht mogelijk langs de rand te lopen om die adrenaline maar eens aan te wakkeren. Nee hoor, we bleven wel een paar meter van de 100 meter diepe afgrond vandaan, maar toch was het wel spannend.

Daarna gingen we naar de mooiste plaats die ik ooit heb gezien; Jökullsárlon. Jökullsárlon is een diep meer onderaan een gletsjer waar afgebroken gletsjerbrokken ronddrijven om te wachten totdat ze gekrompen zijn en door de rivier kunnen. Het ligt tegen de zee aan, dus het getij schud de ijsbrokken lekker tegen elkaar zodat ze kapot schuren. Het is echt een heel mooi gezicht, zoals de foto's en video's misschien laten zien. De ondergaande zon die we toen hadden zorgde voor een mooi kleurenpalet op de gletsjers en de afwezigheid van wind voor weerspiegelingen op het water. We besloten toen maar om de volgende dag hier nogmaals rond te lopen, aangezien het er zo mooi uit zag.

Die dag kwamen we er achter dat het hartstikke leuk speelgoed is, die ijsbrokken. Je kan er op staan, doorheen klauteren, opeten of vanaf glijden. Vooral van de ene ijsschots op de andere proberen te komen is erg leuk en risicovol, helemaal als ze allebei drijven, maar het is wel gelukt. Toen we wilden proberen naar de gletsjer te lopen zagen we dat de brug die we zouden moeten nemen was weggespoeld. Daar konden we dus niet meer over, en konden we ook niet de gletsjer aanraken. Moe, maar voldaan gingen we die avond slapen. Helaas hebben we daardoor wel het noorderlicht gemist, dat volgens onze huisgenoten te zien was die nacht. Maar we hadden onze rust hard nodig, de volgende dag zouden we flink uitgeput worden!

We gingen namelijk de hele dag een berg beklimmen die tussen twee gletsjertongen in ligt. We begonnen in een van de zeldzame IJslandse bossen en liepen in 3 uur naar de top om van prachtige vergezichten te genieten. Het was namelijk onbewolkt en windstil die dag, wat blijkbaar zeldzaam is op een gletsjer. Vaak zijn die gehuld in wolken en mist, maar wij hadden de mogelijkheid om over de gletsjer heen te kijken. Onderweg naar beneden kwamen we nog een schitterende waterval tegen die door basaltstenen in het midden van een meer viel. Je kon er dus helemaal omheen lopen en van alle kanten foto's maken. Erg vreemd, maar ook erg fascinerend.

Moe maar voldaan kwamen we bij een hostel aan in het midden van het grote niets. Daar stond de tweede creditcard verrassing op ons te wachten, mijn creditcard was beschadigd en werkte nog maar heel moeizaam. Gelukkig had Miriam de hare ook meegenomen, dus we konden in ieder geval overnachten. Later bleek dat mijn creditcard het nog wel doet, maar je het zo'n 10 tot 20 keer moet proberen. Ergens is de magneet strip beschadigd, maar of dat door het hardhandige gebruik hier of doordat ik altijd op mijn beurs zit weet ik niet.

Ik weet dat het een lang verhaal is, dus je mag jezelf nu al een schouderklopje geven als je hier bent aanbelandt en alles hebt gelezen. We zijn nu ongeveer halverwege onze vakantie en onderweg terug naar Vík. Daar was nog een prachtig zwart strand met mooie rotsformaties die een korte omweg beloonden met een mooie strandwandeling. Dit keer was het zelfs in Vík droog, dus dat was extra genieten! 's Avonds reden we via een erg hobbelige zandweg naar Fljótsdalur. Dit is een kleine hostel in een turfhut. Onder de turfplaggen half onder de grond slapen dus. Dit was wel een unieke ervaring.

In het turfhuisje hadden we een schat gevonden. Er was een inbouwbibliotheek gebouwd vol met Engels talige boeken over IJsland, de sages en mythes van IJsland of reisverhalen. Ik voelde me als een kind voor pakjesavond toen ik dat zag. Ik heb al heel lang gezocht naar Engelstalige boeken over de geschiedenis van IJsland (de sagen) en daar hebben ze er niet 1, niet 2, maar veel meer! Een stuk of 30 verschillende versies, de ene nog mooier dan de andere. Half kwijlend heb ik het mooiste boek gepakt en begon deze (overigens erg hoogstaande literatuur) te lezen. Bovendien was er niemand anders in de turfhut en het was ook nog eens erg goedkoop. We besloten dus om hier maar twee nachten te overnachten.

Om de hoek van het turfhuisje konden we een kleine gletsjer gaan bezoeken. We hoefden enkel de berg op te lopen en dan zou je er komen. We hadden wel de verkeerde afslag gepakt en moesten dus door kniehoog (voor Miriam nog hoger) gras lopen in plaats van op de weg. We kwamen een grote rivier tegen die we wilden oversteken. Dat werd een beetje lastig. De rivier lag 100 meter lager en, dit verbaast je misschien, er was geen brug. Tijd dus om nog hoger te klimmen. Boven de struik grens was het mogelijk over te steken. Toen merkte we dat er een schuilhut in de buurt was, dus daar gingen we naar opzoek om warme soep te drinken. Toen begon het lichtjes te sneeuwen en dat maakte het zoeken naar het huisje wat lastiger. Toen we hem uiteindelijk zagen, waren we al tot enkel hoog door de sneeuw aan het ploeteren.

Bij het huisje aangekomen bleek dat de deur op slot zat. Wat was dat balen zeg. Zo konden we natuurlijk niet schuilen. Maar iets verderop was een wat ouder huisje en na een kort bezoek bleek dat je de deur open kon krijgen als je de stenen ervoor wegrolde.. Zo gezegd, zo gedaan en even later zaten we buiten wat soep te drinken. Binnen lag namelijk bijna net zoveel sneeuw als buiten, maar het stonk er heel erg naar benzine dus niet echt meer in gebruik. Met een warme maag besloten we om maar terug, ongeveer via de weg, te keren.

In het dal was de sneeuw omgezet in natte sneeuw. Ook begon de wind op te zetten. Toen merkten we wel waarom turfhuizen niet meer worden gemaakt. Het waait gewoon door het turf heen. Onze slaapplaats leek daardoor op een iglo, tijd om weg te gaan dus. Tijdens deze storm was de ING zo vriendelijk geweest de creditcard van Miriam te blokkeren. Ook dat nog. Ze vertrouwden blijkbaar het betaalgedrag niet zo en omdat ze ons niet konden bereiken hebben ze preventief de kaart afgesloten. Handig dus, we moesten onder andere de auto nog betalen, wat alleen met creditcard kan. Maar goed, dat was latere zorg...

Vol goede moed gingen we de volgende dag naar Hverager?i, een dorpje dat midden in warme bronnen ligt. Overal is het daar mogelijk om een natuurlijk warm bad te nemen. Via een kustroute gingen we eerst twee vissersdorpjes bezoeken die elk hun eigen unieke gebouwen en tradities hadden. Toch was het weer ondertussen zodanig omgeslagen dat regen, hagel en sneeuw ons van alle kanten bestookte toen we een frisse strandwandeling wilden inzetten. Volgens een dorpeling zou die middag een sneeuwstorm er aan komen, dus we besloten maar om de warme baden links te laten liggen en zo snel mogelijk naar onze hostel te gaan om te zorgen dat we niet van de weg zouden worden geblazen of wegglibberen.. Was wel gelukt overigens.

De laatste dag van onze reis stond in het teken van de ‘Golden Circle'. Op de Golden Circle ga je enkele hoogtepunten van IJsland bezoeken zoals Geysir en Gullfoss. Wij waren een van de eersten die foto's had gemaakt van Geysir in de winter dit jaar. Er lag sneeuw en ijs om de hete bron, samen met het mooie weer (geen wolkje meer aan de lucht) zorgde dit voor mooie foto's. Ook Gullfoss vertoonde ijspegels om zn reusachtige waterval en het werd gevaarlijk om het uitzichtspunt te beklimmen door de gladde ondergrond.

Via een besneeuwde weg zijn we, via Þingvellir, teruggekeerd naar Reykjavik. Met mijn kapotte creditcard hebben we uiteindelijk de auto weten te betalen, maar dat kostte pijn en moeite kan ik zeggen. Alsof het de laatste ademtocht van mijn creditcard was. De rest van Zaterdag, zondag en maandag stonden in het teken van Reykjavik. We hebben gewinkeld, gegeten, gewandeld en een suf museum bezocht in de hoofdstad van IJsland. Vooral veel tijd samen doorbrengen, want Miriam ging dinsdagochtend vroeg alweer terug naar Nederland. Helaas was dat het einde van haar IJslandse bezoek en ervaringen, maar ik weet zeker dat het haar enorm was bevallen hier. Dit land heeft zoveel te bieden, het kost alleen wat meer moeite om alles te ontdekken.

Als je alles hebt gelezen mag je nu een koekje pakken om het te vieren. Het verhaal is langer geworden dan ik had gedacht, sorry daarvoor, maar er was ook zoveel gebeurd en eigenlijk is dit nog maar een introductie van het grotere verhaal. Volgende keer meer over sneeuw en sneeuwstormen, het seizoen begint nu namelijk!

Op stap

Vorig weekend heb ik een paar dagen vrij genomen van mijn stage. Samen met mn ouders ben ik wederom het land ingegaan. Zij hadden al 1,5 week in IJsland rond gereden, maar vonden het ook wel leuk om mij mee te nemen. Gelukkig!

Het begon al goed. De eerste dag zijn we lang een aantal van IJsland mooiste plekken gereden. Zo zijn we langsÞingvellir gereden enhebben we via een moeilijke weg langs een gletsjer Gullfoss (letterlijk: Gouden waterval) bekeken. Erg mooi allemaal. Als hoogtepunt hebben we ook nog een geiser zien ontploffen voor onze neus. Mooi gezicht is dat zeg.Je ziet eenplas water dat af en toe opeens 10 cm inzakt of opstijgt. Als dat je langzaam in slaap heeft gesust komt er een ontzettende explosie en vliegt al het water 15 meter de lucht in! Daarna loopt de put weer vol met nieuw water en begint het proces weer opnieuw. Erg fascinerend om te zien.Bij een klein onderzoekje in de buurt kwamen we er achter dat ze een klein bronnetje waren vergeten een naam te geven, dus die werd vanaf toen de 'Sten' genoemd. Haha.

Bij Geysir was ook een museum te zien, waar verschijnselen zoals aardbevingen, vulkaanexplosies en lawines onder de loep werden genomen. Daarnaast kon je zien hoe IJsland het al die jaren zonder 'moderne' technologie heeft uitgehouden. Wel leuk dus. 's Avonds hadden we een leuk hotel met goede kok en leuke jacuzzi gevonden, dus we konden met een gerust hart gaan slapen.

De volgende dag gingen we via een lange weg tussen twee gletsjes naar het noorden van IJsland. Daar was namelijk minder regen voorspeld, dus wat fijner voor wandeltochten. De weg was redelijk goed te doen, maar onmogelijk om met een Nederlandse auto te doorkruisen. Lily wilde graag zeehonden zien, die net als in Nederland de noordkant van het land bezetten, dus het kwam goed uit dat we naar het noorden gingen. Ook was daar een vreemde rots te zien, de zogenaamde Hvitserkur.

Na een goede nachtrust in een leuke hostel zijn we de volgende dag naar de West-Fjorden gereden. Deze dag hebben we geprobeert de auto zo vies mogelijk te maken, door rivierdoorsteken te ondernemen en erg moeilijke wegen te trotseren. Maar ook zijn we een stukje langs een breuklijk gereden, waar bovengronds een hoop fabrieken zijn die de warmte gebruiken voor vanalles en nog wat. Als er 180 liter kokendwater per seconde uit de grond komt, kan je vast wel iets verzinnen dat je ermee kan doen, toch? Zo hebben we een paar lekkere tomaten gekocht die uit een zeldzame broeikas op de breuklijn zijn gekomen.

Het hoogtepunt van deze dag was toch wel het bezoek aan het huis van Snorri Sturluson. Zijn huis stond ook op de breuklijn en heeft daarom ook een geothermisch verwarmd zwembad, wat tevens het oudste 'gebouw' van IJsland is. Tegenwoordig is er een onderzoekscentrum van zijn huis gemaakt en is er ook een kleine universiteit naast gezet. Gelukkig voor ons was er ook een hotel, want de overige hostels in de buurt waen gesloten omdat het hoogseizoen voorbij is. Hierdoor ben ik geinteresseert geraakt in de mythes en sages van IJsland, aangezien Snorri die op papier heeft gezet. Erg interessant allemaal.

De laatste dag hebben we (ik eigenlijk) de auto over te moeilijke wegen geprobeert te krijgen. Dit resulteerde in een twee lekke banden, waardoor we een beetje een probleem kregen. De dichtsbijzijnde benzine station was 50 km verderop. Met pijn en moeite hebben we heel langzaam op de 'snelweg' gereden. Omdat sturen ook moeilijk was, was het voor ons wel fijn om op de snelweg te rijden. Achteraf bleek dat de banden niet echt lek waren, maar dat er lucht tijdens het rijden de band had verlaten. Zoiets. Nou ja, de laatste dag hebben we hierdoor niet zoveel kunnen zien als dat we wilden, maar toch was het een erg leuke tocht!

Verder heb ik twee weken geleden nog een voetbalwedstrijd gezien, IJsland tegen Noorwegen. Hoewel het gelijkspel was, vond iedereen het toch reden genoegvoor een feestje. Zo ben ik met een hoop collega's van Ossur uiteindelijkbij een karaokebar belandt, waar ook mijn stage mee is begonnen.Hetvoelde welvertrouwd, karaoke zingen tussen de locals. Hoewel mijn IJslands niet zo goed was, konden mn collegae het wel waarderen. Haha.

Dit weekend heb ik samen met mijn huisgenoten een berg beklommen die vlakbij Reykjavik staat, de Esja. Het was de eerste keer voor beide huisgenoten dat ze Reykjavik hebben verlaten en waren allebei wild enthousiast. Het was ook wel een erg leuke tocht alleen niet zo lang omdat de laatste bus al 2 uur later terug reed. Anders moesten we overnachten op de berg en dat is ook geen optie meer. 's Avonds daalt de temperatuur naar 2 graden ongeveer, dus het begint frisjes te worden in IJsland.

Volgende week komt Miriam langs. Samen gaan we de Zuidkust van IJsland bezoeken en daar hopelijk leuke dingen beleven. Ik ben benieuwd wat ze van IJsland vindt, maar daarover volgende keer meer..

Update Stage (1)

Ossur is een van de weinige bedrijven in IJsland die tijdens de crisis nog winst maakt. Sterker nog, het is het enige bedrijf dat aan het groeien is in deze barre tijden. Dat merk je goed. Alle inwonens van IJsland kennen Ossur hier, het is een beetje te vergelijken met het Hollandse Philips, Schiphol of NS. Als ik aan een IJslander vertel dat ik bij Ossur werk, dan weten ze vaak meer over het bedrijf dan ikzelf of ze kennen wel iemand die er werkt. Erg handig allemaal! Dat komt ook door de genetische connecties die hier veel besproken worden. De meesten zijn wel in maximaal 3-4 generaties met elkaar verbonden, wat voor een goede verbroedering zorgt onder de inwoners. Helaas voor buitenstaanders is het moeilijk om ze uit elkaar te houden. Qua uiterlijk lijken IJslanders heel veel op elkaar en ook de namen lijken op elkaar.

Bij Ossur lopen bijvoorbeeld veel Sigardur's rond (ook wel Siggi genoemd). Om ze uit elkaar te houden zou je in Nederland de achternaam pakken. Helaas krijgen ze hier de achternaam van hun vader; -son voor jongens en -dottir voor meisjes. En aangezien de vorige generatie veel Hannessen en Thorsteinen kende, lopen er ook veel met die achternaam rond. Ik ken dus ook drie Siggi Hannessonnen. Erg verwarrend allemaal. Hoe ze elkaar uit elkaar houden mag Joost weten..

Dat Ossur zo aan het groeien is merk ik goed. Er wordt constant nieuwe apparatuur aangeschaft en oude weggedaan. Ook luisteren ze erg goed naar mijn mening over de bruikbaarheid van verschillende soorten meetapparatuur (ik had niet anders verwacht moet ik zeggen). Dit betekent dat mijn opdracht ook aan verandering onderhevig is, aangezien stilstand achteruitgang is.

Toen ik begon met mijn stage hadden ze net een nieuw soort voet ontwikkeld. Deze voet zou volgens gebruikers erg fijn lopen, met name als je de trap afloopt. Om deze theorie te testen laten ze mij metingen doen aan deze nieuwe voet, maar ook aan een aantal oudere modellen en van concurrenten. Wat die metingen zijn maakt ze niet uit, als ze maar getallen krijgen die aangeven dat het inderdaad fijner is. Hierdoor ben ik begonnen om de schok en schokabsorptie van de verschillende voeten tijdens het lopen vanverschillende traphoogtes te meten. Ik had een camera tot mijn beschikking die beeld voor beeld de compressie van een aantal markers op de voeten kan weergeven.

Deze camera was helaas niet zo nauwkeurig. En omdat niet iedereen op dezelfde afstand tot de camera liep was het ook een vertekend beeld dat je zag, ook wel een parallax genoemd. Hierdoor ben ik begonnen om een 'Xsenspak' te testen. Dit pak heeftpositiemeters over hetgehele pak zitten en kan daarna laten zien wat je hebt gedaan in het pak. In het pak kan je normalebewegingen doen, aangezien het als een tweede huid om je heen zit. Gaandeweg het onderzoek kwam ik er achter dat de toepassing die ik zoek, de analyse van de schok van de voeten, niet te meten was met dit pak. Het gaat er namelijk vanuit dathet hele lichaam incompressibel is, terwijl de voetprotheses juist heel erg veren. Dat pak kon ik dus ook niet gebruiken.

Daardoor heb ik besloten om accelerometers te gaan gebruiken. Deze sensoren meten de versnellingen van de sensor, die ik dus op de voet en onderbeen positioneer van de prothese. Maar ook dit was niet ideaal, aangezien het programma dat de sensoren gebruikt veel kinderziektes vertoont, dus dat metingen vaak overnieuw gedaan moeten worden. Ik heb er desondanks twee proefpersonen met ieder4 verschillende voeten op 5 verschillende snelheden laten lopen op een loopband en de versnelling kunnen achterhalen. Volg je het nog? Maar je raadt het al, ook deze manier was suboptimaal. Dit keer was de versnelling niet geijkt, dat is ook onmogelijk. De ruwe data was daardoor moeilijk te begrijpen. Je kan wel een voorspelling doen over de schok, maar het is niet nauwkeurig aangezien het een beetje een gokwerk zou worden.

Nu ga ik volgende week beginnen met onderzoek op de Universiteit van IJsland. Daar staat een zuurstofmeter. Deze meet, gedurende inspanning, de hoeveelheid zuurstof die je in- en uitademt. De theorie is dat zwaardere inspanning meer energie kost en dus meer zuurstof nodig heeft voor de verbranding van suikers in je lichaam. Een voet die erg aangenaam loopt, zal minder energie nodig hebben en dus minder zuurstof verbruiken. Ik hoop dat ik op deze manier eindelijk wel een goede meting kan doen en Ossur adviseren over de efficientie van de
protheses die je fabriceren.

Tussendoor wordt mij ook regelmatig gevraagd over mijn data analyse van het 'Xsenspak'. Ik heb daar de eerste paar weken flink veel tijd in gestopt en weet nu het 'beste van het bedrijf' hoe het werkt (met 4 dimensionale complexe getallen onder andere, lekker wiskundig). Toch laat ik ze nu in hun eigen sop gaar koken voor de komende twee dagen, aangezien ik morgen met mijn ouders een tocht door IJsland ga maken tot zondag. Zij hebben de afgelopen anderhalve week een flinke rondreis door IJsland gemaakt. Een selectie van hun foto's staat hier. Ik vond zelf de natuur die ze tegenkwamen erg leuk om te zien, hopelijk jij ook.

Volgende keer meer over mijn avonturen buiten Ossur om!

Sport en Cultuur

IJsland staat bekend als cultureel volk. Niet alleen produceert het de meeste films per capita, ook lezen ze vrij veel en is de norm dat iedereen minstens 1 boek schrijft in zijn leven. Dit is een van de redenen dat ze veel van cultuur houden.

Vorig weekend was er dan ook een cultureel festival in de stad. Dit was een beetje een mengelmoes van het Brabantse carnaval, Enschedese marathon en de Nederlandse Koninginnedag. Door heel de stad waren bandjes aan het optreden,dansers aan het (line)dansen,kraampjes langs de straten en er was een marathon aan de gang. Omdat Mona een gedeelte van de marathon (3 km)ging rennen, ben ik met haar meegegaan om haar aan te moedigen. Een hele delegatie van Össur ging eigenlijk rennen, maar ik gelukkig niet.

Naderhand heb ik voor de eerste keer het uitgaansleven van Reykjavík verkend. Eerst gingen Mona en ik nog de laatste bandjes bekijken van de stad. Daarna gingen we naar Davi?, een geamputeerde jongen van Össur waar ik af en toe wat metingen op verricht. Hijgaf en klein feestje met een hoop IJslanders. Samen met mijn huisgenoten zijn we naar het feest gegaan en naderhandmet een IJslanders genaamt Stena de stadin gegaan.

Helaas was dat niet zo heel leuk. Overal lag bijvoorbeeld glas op straat doordat mensen bierglazen enzo kapot gooien zodra ze het op hebben. Ik kreeg zelfs een fles tegen mijn been aangegooid vanuit een auto, maar gelukkig heb ik daar geen last van gekregen. Ook was het echt heel erg druk, dus ik was wel content toen we rond 4 uur de taxi gingen pakken om naar huis te gaan.

Op maandag probeer ik met het Össur zaalvoetbal team mee te trainen. Zij trainen elke maandag en is voor mij een mooie manier om mijn conditie op peil te houden. Het niveau is erg hoog dus dat is wel leuk. Helaas heb ik daar geen foto's van, maar misschien kan ik die later nog maken. Helaas had ik de laatste keer een zogenaamde sliding gemaakt, waardoor mijn knie nu een kleine infectie heeft opgelopen van de rubberen gravel/gras combinatiedie in de zaal ligt. Ik ben hem veel aan het schoonmaken en ik neem aan dat dat wel gewoon geneest.

Woensdags probeer ik te basketballen. Hier ben ik stiekem erg slecht in, maar toch is het wel leuk om mee te doen met de IJslanders. Mijn lengte heb ik gelukkig wel mee, maar mijn techniek is daarentegen een beetje erbarmelijk. Ik denk dat ik dat maar laat zitten, mede door het late tijdstip waarop ze basketballen.

Vandaag hebben Jack, David (mijn twee nieuwe huisgenoten) en ik wederom het centrum van Keykjavík bezocht. Dit keer was er een hondenshow aan de gang, maar daar hadden we niet zoveel van meegekregen. Door het mooie weer (22 graden, windstil en wolkloos) was het erg lekker weer om door het centrum te slenteren. Zo hebben we onder andere de Hallgrimskirkja begluurd en gesnuffelt in de vlooienmarkt. Ook wilden we het nationale museum bezoeken, maar toen we daar eenmaal waren werd ons verteld dat ze over 1 minuut zouden sluiten. Misschien dus dat we daar zondag naar toe gaan.

Morgen komen ook mijn ouders langs. Ze zien dit als een uitgelezen kans om IJsland eens goed te bezoeken. Ik ben benieuwd wat ze ervan gaan vinden. Maandags beginnen ze met een grote rondreis door het hele land en misschien kan ik twee weken later een stukje met ze mee als ze weer in de buurt van Reykjavík komen. Het is in ieder geval erg mooi hier, dus ik hoop dat zij deze mening met me delen. Volgende keer meer hierover.

PS: De panorama bovenaan is veranderd

Wink

Papegaaien en Hawaiiaanse stranden

De IJslanders die ik hier heb ontmoet hebben allemaal iets met de natuur. Ze zijn zelf heel erg bezig met de natuur, omdat de natuur hun wel dwingt om ermee om te gaan. Soms besluiten ze plotselingom gewoon naar buiten te gaan als de zon schijnt om ervan te genieten, en als het hard regent blijven ze rustig een paar uur doorwerken. Het weer heeft veel invloed op hun besluitvorming enze houden ook heel erg van de natuur!

Toen ik ze vertelde dat we naar de west-fjorden gingen van IJsland (zie de kaart) zeiden ze allemaal dat het daar 'very beautiful' was. Vol vertrouwen (en met een nieuwe slaapzak en schuimmatras) ging ik met mijn twee huisgenotes vrijdag middag op weg naar het koude noorden om de boel daar eens goed te inspecteren!

De auto die we hadden gehuurd (Toyota Yaris) was eigenlijk niet echt geschikt voor het terrein waar we mee te maken zouden krijgen. Al gauw ontdekte we dat de gravel wegen wel begaanbaar zijn, maar dat je niet te veel hobbels moest hebben op je pad. De vulkanische stenen vliegen alle kanten op en bij steile hellingen kan je beter omkeren om jezelf de schaamte van het niet-de-heuvel-op-komen te besparen. Af en toe van de weg af kan echter wel, hierdoor hadden we 's avonds al redelijk snel een picknickplaats gevonden naast een rustig kabbelend beekje en een Sound of Music-achtig glasveldje. Perfect voor de hotdogs die Lotta had gekocht!

Doordat we veel foto's maakten van de natuur onderweg, kwamen we een beetje in tijdnood en besloten we maar de tent ergens op te zetten. De camping die we in gedachten hadden konden we niet meer bereiken. In IJsland mag je namelijk overal kamperen, behalve als het veld lijkt alsof iemand het onderhoudt. Zo hadden we een plat grasveldje gevonden tussen de schapen en hebben we daar twee tenten opgezet om de nacht door te brengen. Als de zon weg is, wordt het toch een beetje koud in IJsland, dus ik had maar een jas aangetrokken. Ik begreep dat er nu een hittegolf aan zit te komen in Nederland, maar gelukkig merken we daar hier niet zo veel van. De temperatuur 's nachts was zo'n 4 graden, dus ik heb heerlijk geslapen!

De volgende ochtend vroeg opgestaan en vol goede moed richting het meest westelijke puntje van Europa gereden op advies van onze collegae. De weg was behoorlijk slecht, maar na een poosje merk je hoe je het beste de weg kan trotseren om toch een beetje door te rijden. Eenmaal aangekomen in het verre oosten (4 uur 's middags) begrepen we waarom IJslanders zo enthousiast waren over de west fjorden. Witte stranden lonkten naar ons met hun schitterende huisjes en mooie grasvelden. Het leek net alsof het voor de foto zo was aangelegd, vooral de veelal strakke blauwe lucht hielp mee om het plaatje af te maken. Het mooiste was nog wel dat er niemand in de buurt was op het strand, we hadden zo'n 3 km voor ons drieën! Schitterend!

Als je het om het westelijkste puntje heen loopt kom je nog een ander IJslands hoogtepunt tegen, de Papegaaiduikers (Puffins). Dit zijn kleine vogeltjes die heel grappig kijken en lopen. Ook heeft iemand ze goed afgericht, want ze zijn totaal niet bang voor mensen of fototoestellen. Dat is pas makkelijk! Hier hebben we dus best veel foto's van kunnen maken en de mooiste heb ik natuurlijk op mn weblog gezet. Toen we nog een eindje de rustlijn volgden (eindelijk eens de benen strekken) hebben we nog meer vogels gezien, maar toen was het alweer tijd om een slaapplaats te zoeken dus we gingen terug naar de auto en naar het oosten.

Bij een ander strand besloten we de tent maar op te zetten. We zaten ten zuiden van de westfjorden. Hier zouden zeehonden zitten, maar het was al best laat (en flink eb) dus 's avonds waren ze niet te zien. Omdat de meiden het koud hebben gehad besloten ze maar dat we in 1 tent moesten slapen om elkaar warm te houden. Smoesjes als je het mij vraagt, maar goed.

Zondags zijn we de kustlijn gaan volgen op weg naar een vuurtoren. Bij en boerderij (het was niet helemaal uitgestorven) kwam nog een speelse hond meegelopen en die heeft de gehele wandeling naast ons gelopen. Dat was wel grappig. Ook hier hebben we weer vele idyllische foto's kunnen maken van een nóg groter strand en schitterende bergen. Maar helaas moesten we door de tijdsdruk weer te snel terug naar de auto, want de veerboot van Brjánslækur vertrok om 18:15 en het was waarschijnlijk nog 2 uur rijden daarnaartoe.. Deze veerboot zou een flink stuk afsnijden, waardoor we niet twee keer dezelfde gravelwegen hoefden te trotseren. Onderweg stopt deze (oud-nederlandse) veerboot nog bij Flatey, een klein eilandje wat vol toeristen zit. In de winter kan je vaak goed het noorderlicht zien vanaf Flatey, maar toen wij passeerden was het nog veel te licht daarvoor.

Moe maar voldaan kwamen we zondag nacht aan bij ons appartement. Deze trip was zeer goed bevallen en ik hoop dat de volgende weekenden minstens net zo immens zullen zijn. Ik hoop dat de foto's een kleine impressie kunnen laten zien van de natuur van IJsland, voor meer foto's kan je me altijd mailen!

Trouwens, mijn NAW gegevens in IJsland zijn als volgt:

Ossur Apartment
tnv Sten van de Stadt

Hraunbær 88 - 4
110 Reykjavík

+354 867 1426